Franse appeltaart
Ingrediënten
bloem
poedersuiker
roomboter
ei
amandelspijs
citroenzeste
witte suiker
amandelschilfers
appels
kaneel
mascarpone
vanille
Bereiding
Meng 250 gram bloem met 125 gram poedersuiker en een snuifje zout. Wrijf 125 gram roomboter fijn met de bloem en kneed er een losgeklopt ei onder tot je een homogene deegbal hebt. Rol in wat folie en leg een uur in de koelkast.
Rol het deeg uit op een bebloemd oppervlak en bekleed er een ingevette taartvorm mee. Druk goed aan in de randjes en snij de overtollige stukjes deeg weg.
Meng 300 gram amandelspijs met een lepel citroenzeste, 2 eidooiers en 1 eiwit. Spreid dit mengsel egaal in de bodem. Meng het andere eiwit met 40 gram amandelschilfers en een lepel suiker en zet opzij. Schil 5 à 6 appels en snij ze in partjes. Schik de appels bovenop de marsepein en bestrooi met kaneel. Meng ondertussen 150 gram mascarpone met 70 gram suiker, 70 gram bloem, 1 ei en wat vanille-extract. Giet dit beslag uit over de appels.
Zet de taart 30 à 40 minuten in een voorverwarmde oven van 180°. Haal hem er na een kwartier even snel uit en smeer de eiwitamandelen uit over de taart. Zet de temperatuur wat lager mocht de bovenkant te snel kleuren. Laat afkoelen en haal uit de vorm. Lekker met een bolletje ijs.
